Vraag:

Hoe kunnen de djinns (geesten) in de lichamen van de mensen gaan, terwijl zij geschapen zijn uit een vuurvlam?

Antwoord:

De geleerden hebben verschillende antwoorden gegeven op deze misvatting.

Imam Aboel Wafaa- ibn ‘Aqiel zegt in al-Foenoen:  ‘Iemand stelde een vraag over de djinns en zei: ‘Allah zegt dat de djinns van vuur zijn, maar Hij zegt ook dat het vuur hen schaadt en verbrandt. Hoe kan vuur verbrand worden door vuur?’

Het antwoord hierop is als volgt: Allah (Verheven is Hij) schreef de duivels en djinns toe aan het vuur op de manier dat Hij de mensen toeschreef aan klei en zand. Hiermee wordt bedoeld dat de oorsprong van de mens klei is en niet dat hij werkelijk uit klei bestaat. Op dezelfde manier is de oorsprong van de djinns vuur. Het bewijs hiervoor zijn de woorden van de Profeet ﷺ :  ‘De Satan wilde mij van mijn gebed afleiden, waarna ik hem wurgde. Ik voelde de kou van zijn speeksel op mijn hand.’  Degene die uit brandend vuur bestaat, kan geen koud speeksel hebben en kan geen speeksel hebben op de eerste plaats. Zo wordt de correctheid duidelijk van datgene wat wij hebben gezegd.’

Zie Laqt al-Mardjaan fie Ahkaam al-Djaann (blz. 32-33).

Imam Ibn Hadjar zegt in Fath al-Baarie (6/345) als antwoord op degenen die het binnengaan van de djinns in de mensen ontkennen:

‘Het antwoord hierop is dat de oorsprong van de djinns vuur is, net zoals de oorsprong van de mensen klei is. Net zoals de mens niet werkelijk uit klei bestaat, bestaan ook de djinns niet werkelijk uit vuur. Er is in de authentieke boeken overgeleverd dat de Satan naar de Profeet ﷺ  in zijn gebed kwam en dat de Profeet ﷺ  zei:  ‘Daarop greep ik hem en wurgde ik hem, totdat ik de kou van zijn speeksel op mijn hand voelde.’

Dit antwoord is een weerlegging van de misvatting die sommige mensen hebben over de Woorden van Allah (Verheven is Hij): ‘ Behalve degene (duivel) die stiekem een woord afluistert (in de hemel), waarna hij achtervolgd wordt door een gloeiende vuurvlam.’  [Soerat as-Saaffaat 37:10]  Zij zeggen: ‘Hoe kan vuur verbrand worden door vuur?’

(Inqaadh al-Moeslimien van Shaykh Mohammed al-Imaam)