Het geloof in Allah houdt in dat je gelooft dat:

 
  • Allah bestaat.
  • Allah Levend, Alwetend en Almachtig is.
  • Allah de Heer der werelden is en dat er geen heer buiten Hem bestaat.
  • Allah het absolute Koninkrijk bezit.
  • De onvoorwaardelijke lof aan Allah toekomt.
  • Alle zaken terugkeren tot Allah.
  • Allah Degene is Die het waard is om aanbeden te worden en niemand anders dan Hij.
  • Allah Degene is op Wie men dient te vertrouwen.
  • Allah de Schenker van de overwinning en het succes is.
  • Allah alle perfecte Eigenschappen bezit die niet lijken op de eigenschappen van de schepsels.
  • Niets zoals Allah is.
  • Allah Zich boven alle dingen bevindt.
  • Allah boven de Troon is verheven op een manier die past bij Zijn Majesteit en die niet op de manier van de schepsels lijkt.
  • Allah te Groots en te Geweldig is om omvat te kunnen worden met het verstand of met de gedachte.
  • Allah alle zaken met Zijn Kennis omvat.
  • Allah het verraad van de ogen en hetgeen de harten verbergen, kent.
  • Allah weet wat er in de hemelen en wat er op aarde is, of dit nu groot of klein is.
  • Allah tot alles in staat is.
  • Als Allah iets wil, Hij er slechts ‘wees’ tegen zegt en het zal zijn, wat dit ook mag zijn.
  • Allah Alhorend en Alziend is.
  • Allah alles hoort wat jij zegt, zelfs als dit in de verborgenheid plaatsvindt.
  • Allah de voetstappen van het zwarte miertje op een zwarte steen in het duister van de nacht ziet.
  • Niets voor Allah verborgen blijft.
  • Het oordeel aan Allah is.
  • Zowel het natuurlijke als het religieuze oordeel alleen toekomen aan Allah.

Het is noodzakelijk dat je in Allah gelooft op deze grootse manier, zodat je Hem zal aanbidden op de wijze die Hem toekomt.

(Sharh Riyaad as-Saalihien (Uitleg van de Tuinen der Oprechten) van Imam Ibn ‘Oethaymien)