1. De kleding dient het hele lichaam te bedekken, met uitzondering van de lichaamsdelen die zichtbaar mogen zijn. (Gezicht en handen volgens de meerderheid van de geleerden)

2. De kleding mag zelf geen vorm van een sier zijn. (De buitenkleding mag dus niet sierlijk zijn)

3. De kleding hoort – niet transparant maar – dik genoeg te zijn, zozeer dat het lichaam daardoorheen niet zichtbaar kan zijn.

4. De kleding dient niet strak, maar wijd te zijn.

5. De kleding mag niet geparfumeerd zijn of lekkere geuren verspreiden.

6. De kleding mag niet lijken op die van mannen.

7. De kleding mag niet lijken op de kleding van ongelovige vrouwen.

8. De kleding mag niet excentriek (oftewel afwijkend van het normale) zijn.

Bron: Djilbaab al-Mar-ah al-Moeslimah (de Sluier van de Moslimvrouw) van Imam al-Albaanie