Aboe Moesa al-Ash’arie zei:

‘Op een dag gaf de Boodschapper van Allah ﷺ  ons een preek en zei: ‘O mensen! Pas op voor deze afgoderij! Deze is namelijk verborgener dan het gekruip van de mier.’

Daarop vroeg degene die Allah wilde: ‘Hoe kunnen wij hiervoor oppassen, terwijl deze verborgener is dan het gekruip van de mier, o Boodschapper van Allah?’

De Boodschapper van Allah ﷺ  antwoordde: ‘Zeg:

اللهُمَّ إِنَّا نَعُوذُ بِكَ مِنْ أَنْ نُشْرِكَ بِكَ شَيْئًا نَعْلَمُهُ، وَنَسْتَغْفِرُكَ لِمَا لَا نَعْلَمُ

‘Allaahoemma innaa na’oedhoe bika min an noeshrika bika shay-an na’lamoeh, wa nastaghfiroeka li maa laa na’lam.’

‘O Allah! Wij zoeken bescherming bij U tegen het toekennen van een partner aan U terwijl wij dit weten en wij vragen U om vergeving voor datgene wat wij niet weten.’

(Sahieh at-Targhieb wat-Tarhieb, 36)