Vraag:

Wat is het oordeel over een huwelijksovereenkomst die gesloten wordt door iemand die in een staat van grote onreinheid verkeert?

Antwoord:

Voor de geldigheid van de huwelijksovereenkomst is het geen voorwaarde dat beide partijen – de bruid en de bruidegom – of één van de twee vrij zijn van eventuele rituele onreinheden.

Bron: Fataawaa al-Ladjnah ad-Daa-imah (Fatwa’s van het Permanente Comité voor Wetenschappelijk Onderzoek), 721